Maandelijks archief: juni 2021

Selectie 63: Weingut Leth, Blauer Zweigelt

Uit Oostenrijk komen de rode wijnsoorten, Blauer Zweigelt, Blaufränkisch en Sankt-Laurent. Het lukt mij maar niet ze uit elkaar te houden. In mijn hoofd was de Blauer Zweigelt heel fruitig en dus wel ‘s zomers. Dit blijkt te kloppen. Hierdoor blijf ik nu natuurlijk wel met de vraag zitten hoe de Blaufränkisch en de St-Laurent smaken. Misschien wat voor een volgende keer, want dit keer zijn we bij het proeven volledig gevallen voor de Blauer Zweigelt.

We dronken de wijn licht gekoeld (18 graden) en ontdekten een “fruity”, sappige en makkelijk drinkbare wijn. Ruikt naar donker fruit en heeft op de achtergrond wat aardse tonen, heeft een intense smaak (vlezige kers) en is stiekemweg toch ook wel een stevige wijn. Het alcoholpercentage is 13% en de wijn heeft een behoorlijk lange afdronk. Past goed bij onze huidige zwoele zomeravonden.

De Blauer Zweigelt is de meest populaire rode wijn van Oostenrijk. De Blauer Zweigelt druif is een kruising van de druivensoorten Blaufränkisch en St-Laurent, in 1922 gecreëerd door dr. Zweigelt. Goed gedaan. De Blauer Zweigelt die ik heb uitgekozen komt weer van Weingut Leth uit het Oostenrijkse wijngebied Wagram. Eerder selecteerde ik al eens de Grüner Veltliner van dit huis. Altijd uitstekende wijnen. Waarschijnlijk selecteer ik de volgende keer hun witte combinatie van Riesling en Grüner Veltliner, die dit keer ook op onze proeftafel stond en ons goed beviel. Meer over Leth kan je vinden bij de beschrijving van de Grüner Veltliner op de website (selectie #20)

Selectie 62: Farnese Vini, Vanitá, Pecorino

Pecorino kennen we als Italiaanse schapenkaas en kan bijvoorbeeld uit Sardinië, Sicilië, Toscane, Umbrië, Basilicata of Lazio komen. De naam komt van pecora, schaap. Pecorino staat dan voor schaapje. Maar het is ook een druivensoort. Deze soort is aangeplant in de Abruzzen, aan de Adriatische kant van Italië, op de hoogte van Rome. Deze druivensoort heet zo, omdat de plaatselijke schapen er dol op zijn en er veel van eten. Bovendien schijnt de druiventros op een schapenkop te lijken. De Pecorino-wijn komt uit het gebied Terre de Chieti, een onderdeel van de Abruzzen, rond de stad Chieti.

Deze wijn heb ik uitgekozen, omdat het bij het proeven een echte zomerwijn bleek. Je drinkt het makkelijk weg, hoeft er niet direct wat bij te eten en de wijn heeft een lekkere, sappige frisheid. De smaak is subtiel  en is mooi in balans. De geur is zoetig en doet denken aan appel en ananas. De wijn is licht en droog met milde zuren. De afdronk is redelijk lang. Het alcoholpercentage is 12½, waardoor het makkelijk weg te drinken is, zonder dat je het gelijk voelt zitten. De Vanitá Pecorino heeft als prettigste eigenschap dat hij niet duur is.

Deze Vanitá Pecorino (Vanitá = IJdelheid; ik vertaal het maar als de ijdeltuit, wat een leuke wijnnaam is) komt van het huis Farnese Vini. Dit bedrijf is in de afgelopen jaren uitgegroeid tot een toonaangevend wijnhuis uit Zuid-Italië. Het is diverse keren uitgeroepen tot beste wijnproducent van Italië en diverse wijnen hebben medailles en internationale trofeeën gekregen. De thuisbasis is Castello Caldora, een kasteel uit de 16de eeuw in de Abruzzen. De wijnmakers van Farnese Vini maken gebruik van lokale druivenrassen, zoals naast de Pecorino, de Montepulciano d’ Abruzzo, Primitivo, Aglianico del Vulture, Fiano en Nero d’Avola. De wijngaarden van dit wijnhuis bevinden zich in Abruzzen, Puglia, Basilicata, Campania en Sicilië. De druiven worden handmatig geoogst, het liefst in de frisse ochtenduren, zodat de druiven hun maximale aromatische complexiteit behouden.