Dit keer had ik me een rondje Duitsland voorgenomen. Tot nu toe nooit een Duitse wijn aangeboden. Terwijl ze daar toch heel lekkere wijnen hebben, al zijn ze wel wat prijzig. Voor wit heb ik een Weissburgunder en een Grauburgunder (pinot blanc en pinot gris) de revue laten passeren en natuurlijk een Riesling. Uiteindelijk heb ik gekozen voor de Riesling. Riesling wordt door liefhebbers nu eenmaal beschouwd als een van dé witte druivensoorten en bij uitstek Duits. De Riesling doet het goed in het wat koelere Duitse klimaat, is altijd fris, heeft een heel eigen karakter en past goed bij lichte en smaakrijke gerechten.
De geselecteerde Riesling (Gebrüder Steffen, Riesling Trocken, Cuvee #01) komt uit het Mosel-gebied en is een makkelijk drinkbare, frisse wijn met milde zuren, veel smaak en een redelijk lange afdronk. Geen laffe zoetheid, maar zeker voor Duitse begrippen behoorlijk trocken.

De wijn is van Weinhaus Gebrüder Steffen. Nooit van gehoord, daarom schrijf ik maar over wat de marketingjongens ons willen laten geloven. Het Weinhaus werd in 1794 opgericht in Trittenheim, een dorpje in de Moezel vallei. Na 1945 is er hard gewerkt door de broers Johann en Peter Steffen om het bedrijf uit te breiden door constante kwaliteitsverbetering (wat ze daarvoor deden vertelt het verhaal niet). Met meer dan 200 jaar ervaring is dit familiebedrijf nu een gevestigde naam op het gebied van wijn en botteling. Het bedrijf wordt thans geleid door Hans Steffen en zijn zoon Roman Steffen. Hun vooruitziende blik en expertise stelde hen in staat een succesvol bedrijf te creëren met een zeer hoge standaard voor kwaliteit en hygiëne.
Een mooi, beetje Duits, succesverhaal toch! Maar het moet gezegd, de wijn is lekker. Op het achteretiket wordt ons bijna gesmeekt deze wijn toch echt eens  te proberen bij een lichte pasta met “einer hellen Sauce” (wat ik maar vertaal als lichte saus). Gaan we doen, hoewel mijn favoriete gerecht bij Riesling toch echt zuurkool of een toastje met gerookte paling blijft.